Coen Winkelman
Coen Winkelman
Beeldhouwen vind ik een mooie ambachtelijke hobby naast mijn professionele babbelwerk als spraakcoach. ‘Hoe kom je aan die mooie vormen’ wordt wel eens gevraagd. Twee manieren: eerst een eigen model op schaal in klei maken, al dan niet geïnspireerd op een foto. In moderne architectuur zie ik veel vormen die mij inspireren, zoals het Museum Aan de Stroom (MAS, Antwerpen). Of de zogenaamde methode ‘taille direct’: met de vorm van een steen aan de gang gaan en zien welke vormen dat oplevert tijdens het proces. Voor deze methode is veel ruimtelijk inzicht gewenst om een evenwichtig beeld te krijgen. Met beide methodes kan er altijd onverwacht een stuk afvliegen, door een verkeerde slagtechniek of door een verborgen barst in het materiaal. Bij taille direct wordt dan vaak geroepen ‘dat wilde de steen’. Dan kun je alsnog de vorm aanpassen. Als dat vaak gebeurt wordt het beeld steeds kleiner.
Bij een model heeft de steen niets te willen: bij een torso of kop is het vervelend als een zorgvuldig gevormde neus, borst of tepel er per ongeluk af vliegt.